Waar ben je naar op zoek?

Als u het antwoord dat u zoekt niet kunt vinden, neem dan contact met ons op.

Go back to:
Print

Noordelijke witborstegel

Taxonomie

Koninkrijk:Dierenrijk
Stam:Chordadieren
Klasse:Zoogdieren
Orde:Eulipotyphla
Familie:Erinaceidae
Geslacht:Erinaceus
Soort:Erinaceus roumanicus

Natuurlijk verspreidingsgebied en habitat

De Noordelijke witborstegel komt voor in een groot deel van Oost- en Centraal-Europa, van Polen en Tsjechië oostwaarts door Oekraïne tot in West-Rusland, evenals in de Balkan, delen van de Kaukasus en West-Klein-Azië. Zijn verspreidingsgebied overlapt in sommige regio’s met dat van de Europese Egel (Erinaceus europaeus), hoewel de twee over het algemeen gescheiden zijn door habitatvoorkeur en geografie. Deze soort leeft in diverse omgevingen, waaronder gemengde bosranden, graslanden, heggen, boomgaarden, parken en tuinen in de buitenwijken. Hij geeft de voorkeur aan gebieden met dichte bodembedekking om te nestelen, maar heeft ook open plekken nodig om te foerageren. Hij vermijdt dichte bossen met een gesloten bladerdak en extreem droge gebieden, en gedijt in plaats daarvan in mozaïeken van vegetatie en open land waar voedselbronnen overvloedig aanwezig zijn.

Fysieke eigenschappen

De Noordelijke witborstegel is qua grootte vergelijkbaar met de Europese egel. Volwassen dieren kunnen 20 tot 30 centimeter lang worden en tussen de 600 en 1200 gram wegen, afhankelijk van het seizoen en het geslacht. Hij onderscheidt zich door de opvallende witte vachtvlek op de borst, waaraan de soort zijn algemene naam ontleent. De stekels zijn doorgaans gebandeerd in tinten bruin en crème, terwijl het gezicht vaak lichter van kleur is dan bij E. europaeus. De vacht op de onderbuik varieert van crème tot lichtbruin. De oren zijn klein en rond, en de ledematen zijn relatief kort maar sterk, aangepast om te graven. Seizoensgebonden gewichtsschommelingen komen voor, waarbij individuen aanzienlijke vetreserves opbouwen ter voorbereiding op de winterslaap.

Gedrag en levensstijl

De Noordelijke Witborstegel is een nachtelijk en solitair dier. Hij komt in de schemering tevoorschijn om te foerageren en keert bij zonsopgang terug naar zijn nest. Hij bouwt tijdelijke nesten overdag van bladeren, gras en ander plantaardig materiaal, vaak onder heggen, struiken of in holen. Tijdens de koudere maanden, meestal van oktober tot april, afhankelijk van het klimaat, houdt hij een winterslaap en trekt zich terug in een meer permanent en geïsoleerd winterslaapgebied. Voordat hij in winterslaap gaat, bouwt hij actief vetreserves op om zichzelf de winter door te helpen. De soort is over het algemeen territoriaal en individuen houden overlappende leefgebieden aan, waarbij interacties meestal beperkt blijven tot het broedseizoen. Wanneer hij bedreigd wordt, rolt hij zich op tot een strakke bal en gebruikt zijn stekels als verdediging.

Communicatie

Communicatie bij de Noordelijke Witborstegel is sterk afhankelijk van geur. Geurmarkering wordt gebruikt om territorium te bepalen en om aan te geven dat de egel klaar is voor voortplanting. Akoestische communicatie bestaat uit sissen, snuiven, grommen en af ​​en toe gillen, vooral tijdens paringsmomenten of wanneer de egel zich in nood bevindt. Net als bij andere egels speelt het zicht een beperkte rol bij sociale interacties; reuk- en gehoorsignalen zijn belangrijker. Zelfzalvend gedrag, waarbij de egel schuimend speeksel produceert en dit op zijn stekels verspreidt na het ervaren van nieuwe geuren, is bij deze soort waargenomen, hoewel het precieze doel ervan onduidelijk blijft.

Dieet in het wild

De Noordelijke Witborstegel is een opportunistische omnivoor met een dieet dat voornamelijk bestaat uit ongewervelden. Hij voedt zich met kevers, rupsen, regenwormen, slakken en naaktslakken, evenals spinnen en andere geleedpotigen. Hij eet mogelijk ook kleine gewervelde dieren, vogeleieren en aas, indien beschikbaar. Plantaardig materiaal, waaronder gevallen fruit en bessen, kan het dieet aanvullen, vooral in de nazomer en herfst. Foerageren gebeurt voornamelijk op de grond en de soort gebruikt zijn scherpe reuk- en gehoorvermogen om prooien te lokaliseren, vaak wroetend in de grond, bladafval of onder boomstammen. Seizoensgebonden variatie in voedselbeschikbaarheid beïnvloedt de samenstelling van het dieet, met een grotere afhankelijkheid van ongewervelden tijdens nattere maanden wanneer deze overvloediger aanwezig zijn.

Voortplanting en levenscyclus

De paring van de Noordelijke Witborstegel vindt doorgaans plaats van april tot september, waarbij de meeste nesten in de late lente of vroege zomer worden geboren. De balts bestaat uit langdurig cirkelen en communicatie op basis van geur. Na de paring vertrekt het mannetje en speelt geen rol bij de opvoeding van de jongen. De draagtijd duurt ongeveer 30 tot 40 dagen en een nest bestaat over het algemeen uit vier tot zes biggetjes. De jongen worden blind en stekelloos geboren, met zachte witte stekels die binnen enkele uren verschijnen. De ogen gaan na ongeveer twee weken open en de biggetjes worden rond vier tot zes weken gespeend. Onder gunstige omstandigheden kunnen vrouwtjes in hetzelfde seizoen een tweede nest produceren. Jongen die laat in het jaar geboren worden, moeten snel groeien om voldoende vetreserves op te bouwen voor hun eerste winterslaap. De geslachtsrijpheid wordt doorgaans bereikt in de volgende lente en de levensduur in het wild wordt geschat op drie tot vijf jaar, hoewel sommige exemplaren in beschermde omgevingen langer kunnen leven.

Bedreigingen en beschermingsstatus

De Noordelijke witborstegel staat op de lijst van minst bedreigde soorten van de IUCN, met een stabiele populatie in zijn hele verspreidingsgebied. Lokale afnames zijn echter gemeld in gebieden waar habitatverlies optreedt als gevolg van stadsuitbreiding, intensivering van de landbouw en infrastructuurontwikkeling. Sterfte door wegverkeer vormt in veel regio’s een aanzienlijke bedreiging, en het gebruik van pesticiden kan de beschikbaarheid van prooien verminderen en gifstoffen in het lichaam van de egel brengen. Predatie door gedomesticeerde honden en andere carnivoren kan ook van invloed zijn op de populaties. Klimaatverandering zou de timing van de winterslaap en de beschikbaarheid van voedsel kunnen beïnvloeden, hoewel de langetermijneffecten op deze soort nog niet goed worden begrepen. Ondanks deze druk draagt ​​het aanpassingsvermogen van de soort aan een reeks habitats, waaronder stedelijke en semi-stedelijke gebieden, bij aan zijn veerkracht.

Deze soort in gevangenschap

De Noordelijke witborstegel wordt vanwege de regelgeving ter bescherming van wilde dieren in de meeste delen van zijn verspreidingsgebied niet vaak als huisdier gehouden. Hij wordt echter wel vaak aangetroffen in rehabilitatiecentra voor wilde dieren, met name in gevallen waarbij het gaat om verwondingen, verweesde jongen of exemplaren die niet het gewenste gewicht bereiken vóór de winterslaap. In gevangenschap heeft hij toegang nodig tot een dieet rijk aan insecten, geschikte beschutting en omgevingsomstandigheden die een seizoensgebonden winterslaap mogelijk maken. De stress van het hanteren en opsluiten kan aanzienlijk zijn, dus de verzorging in gevangenschap beperkt zich over het algemeen tot rehabilitatie en kortetermijnhuisvesting voordat hij wordt vrijgelaten. Fokken in gevangenschap is zeldzaam en maakt geen deel uit van gecoördineerde beschermingsinspanningen. In sommige landen maken educatie- en bewustmakingsprogramma’s gebruik van niet-vrijgelaten exemplaren om natuurvriendelijke praktijken en habitatbehoud te promoten.

Table of Contents
Winkelwagen
Scroll naar boven