Als u het antwoord dat u zoekt niet kunt vinden, neem dan contact met ons op.
Somalische egel

Ontdekt en beschreven in 1895 door Oldfield Thomas. Hij komt alleen voor in Somalië en Ethiopië, waardoor hij geografisch geïsoleerd is van alle andere egels. Hij onderscheidt zich door zijn lichte gezichtsbeharing in combinatie met een donkerdere basis van de oren.
Taxonomie
Koninkrijk: | Dierenrijk |
Stam: | Chordadieren |
Klasse: | Zoogdieren |
Orde: | Eulipotyphla |
Familie: | Erinaceidae |
Geslacht: | Atelerix |
Soort: | Atelerix sclateri |
Natuurlijk verspreidingsgebied en habitat
De Somalische egel is endemisch in de Hoorn van Afrika, met een verspreidingsgebied dat voornamelijk beperkt is tot Somalië en mogelijk delen van Oost-Ethiopië. Door regionale instabiliteit en beperkt veldonderzoek is de volledige omvang van zijn verspreidingsgebied nog onduidelijk. Men vermoedt dat deze soort leeft in droge savannes, struikgewas en semi-aride omgevingen met verspreide vegetatie. Hij geeft waarschijnlijk de voorkeur aan gebieden met een mix van open terrein om te foerageren en dichtere plekken om overdag te schuilen. Gedetailleerde habitatstudies ontbreken, dus verder onderzoek is nodig om zijn specifieke voorkeuren, seizoensverplaatsingen en microhabitatgebruik te begrijpen.
Fysieke eigenschappen
De Somalische egel is een kleine tot middelgrote soort binnen zijn geslacht. Hij heeft een compact, rond lichaam bedekt met dichte stekels op zijn rug en flanken, terwijl de buik behaard en zachter is. De kleur is over het algemeen licht tot zandbruin, met een zeer donkere kleur in het gezicht en de stekels, die mogelijk dienen als camouflage in de droge landschappen waarin hij leeft. Hij heeft een relatief korte snuit en prominente donkere ogen. Zijn oren zijn middelgroot en rond, en hij heeft sterke ledematen met gebogen klauwen die geschikt zijn om te graven. Meer gedetailleerde observaties van levende exemplaren zijn nodig om het gewicht van volwassen dieren, de gemiddelde lengte en de variatie binnen de soort te bevestigen. Veel is onbekend vanwege beperkt onderzoek.
Gedrag en levensstijl
Net als de meeste egels wordt aangenomen dat de Somalische egel een nachtelijk en solitair dier is, met een piekactiviteit tijdens de koelere uren van de nacht. Zijn gedrag in het wild is grotendeels ongedocumenteerd, maar hij volgt waarschijnlijk patronen die zijn waargenomen bij nauw verwante soorten zoals de Afrikaanse dwergegel, de langste bekende verwant van de soort. Hij rust overdag waarschijnlijk in zelfgegraven holen, onder vegetatie of in verlaten dierenholen. Foerageren gebeurt waarschijnlijk met langzame, methodische bewegingen door kreupelhout of open terrein, aangestuurd door zijn scherpe reukvermogen. Er zijn geen actuele gegevens over de omvang van zijn leefgebied, interacties met soortgenoten of seizoensgebonden gedragsveranderingen, hoewel hij mogelijk in een oppervlakkige slaaptoestand verkeert onder extreme omstandigheden.
Communicatie
Specifieke informatie over communicatie bij de Somalische egel is niet beschikbaar. Gebaseerd op zijn taxonomische verwantschap met andere Atelerix-soorten, gebruikt hij waarschijnlijk een combinatie van reuksignalen en beperkte vocalisaties om te communiceren. Geurmarkering via ontlasting en urine kan een rol spelen bij het bepalen van territorium of het signaleren van de voortplantingsstatus. Hoorbare signalen zoals snuiven of grommen kunnen worden gebruikt bij het baltsen of als waarschuwing, maar deze zijn niet direct bij deze soort waargenomen. Zelfbevredigend gedrag is nog niet gerapporteerd, maar zou kunnen voorkomen gezien de aanwezigheid ervan bij verwante egels.
Dieet in het wild
Het dieet van de Somalische egel is niet formeel onderzocht. Als insecteneter uit een droge habitat eet hij echter waarschijnlijk een breed scala aan ongewervelden, waaronder kevers, mieren, termieten, rupsen en mogelijk kleine gewervelde dieren zoals hagedissen of amfibieën, indien beschikbaar. Seizoensgebonden verschuivingen in de prooirijkdom kunnen de samenstelling van het dieet beïnvloeden. Net als andere egels kan hij ook af en toe gevallen fruit of aas eten, vooral in tijden van schaarste. Verder onderzoek is nodig om de exacte voedingsvoorkeuren, spijsverteringsaanpassingen en de rol van wateropname door prooien te bepalen.
Voortplanting en levenscyclus
Er zijn momenteel geen gepubliceerde gegevens over de voortplantingscyclus van de Somalische egel. Verondersteld wordt dat deze een seizoensgebonden broedpatroon volgt, beïnvloed door regenval en de beschikbaarheid van hulpbronnen, zoals ook bij andere Afrikaanse egels het geval is. Paringsgedrag, draagtijd, worpgrootte en moederzorg zijn niet gedocumenteerd. Bij nauw verwante soorten duurt de draagtijd doorgaans ongeveer 30 tot 40 dagen, met worpen van 2 tot 6 jongen die in verborgen nesten worden geboren. Het is niet bekend of de Somalische egel meerdere worpen per jaar produceert of in een reproductieve rustperiode verkeert tijdens droge seizoenen. Studies naar fok in gevangenschap of het monitoren van wilde populaties zouden ons begrip van de voortplantingsbiologie aanzienlijk kunnen vergroten.
Bedreigingen en beschermingsstatus
De Somalische egel staat op de Rode Lijst van de IUCN vermeld als ‘Gegevensgebrekkig’ vanwege een gebrek aan gedetailleerde informatie over zijn verspreiding, populatiegrootte en ecologische behoeften. Habitatdegradatie, met name door overbegrazing, woestijnvorming en menselijke indringing, kan een bedreiging vormen. De werkelijke impact van deze factoren is echter onbekend. Politieke instabiliteit en beperkte toegang tot zijn oorspronkelijke leefgebied hebben veldonderzoek ernstig belemmerd. Er zijn momenteel geen specifieke beschermingsmaatregelen getroffen en de soort lijkt niet te zijn opgenomen in beheersplannen voor beschermde gebieden. Het is niet bekend of de Somalische egel lokaal wordt bejaagd of slachtoffer is van illegale handel in huisdieren. Doorlopende habitatmonitoring en basispopulatieonderzoeken zijn dringend nodig.
Deze soort in gevangenschap
Er is geen bekende populatie Somalische egels in gevangenschap, noch in de dierenhandel, noch in zoölogische instituten. De soort wordt niet in gevangenschap gefokt en de eisen die aan de verzorging worden gesteld, blijven speculatief. Gezien de veronderstelde gelijkenis met de Witbuikegel, heeft hij mogelijk warme, droge omstandigheden, toegang tot schuilplaatsen en een dieet rijk aan ongewervelden nodig. Zonder gegevens over stresstolerantie, sociaal gedrag of omgevingsfactoren zal gevangenschap echter waarschijnlijk aanzienlijke welzijnsproblemen opleveren. De afwezigheid van deze soort in gecontroleerde fokprogramma’s maakt hem kwetsbaar voor ongecontroleerde achteruitgang in het wild. Mochten toekomstige natuurbeschermings- of educatieprogramma’s deze soort willen opnemen, dan zullen veldgebaseerde ecologische gegevens essentieel zijn voor succes.